Coral Reef (2004)

Beschrijving

Gesigneerd en gedateerd op de achterzijde.

Nieuwe dageraad van kleur en licht.
Een wereld op drift. Een schilderij in wording. De monumentale doeken van Arno Mertens leven. Nee, ze barsten bijna uit hun voegen van vitaliteit. Verf kolkt onder iedere oppervlakte en stroomt uit in myriaden van delta’s. Een onwaarschijnlijk paradijs van kleur en licht. Riviertjes van verf klonteren, stollen of stromen weer verder, en monden uit in een wervelende oersoep. Een oceaan waaruit zeewezens, koraalriffen en hele planktonzwermen lijken op te borrelen. En dan richt je verbaasd de blik hemelwaarts en ontwaar je in scharlakenrood gedoopte sterrenstelsels. Maar Mertens’ doeken kunnen ook heel aards zijn, de verf neemt vaste vorm aan, en dikke streepjes tubeverf hangen ineens als rijpe vruchtjes op het linnen of kruipen als slijmerige naaktslakken naar het licht. Makkelijk herkenbare referentiepunten maar voor de schilder telt maar één realiteit en dat is verf en nog eens verf. Laagje op laagje stapelt Mertens zijn verf op zoek naar die ene perfecte kleurschakering, die ene golvende beweging waardoor alles ineens in balans is. Kijken naar de schilderijen van Mertens, is kijken naar hun ontstaansgeschiedenis. Arno Mertens duikt in de materie verf en maakt van zijn kleurbeleving een zintuiglijke ervaring voor iedereen. Zie hoe verf elkaar afstoot en aantrekt, een eigen traject volgt, en zich een weg baant naar de verste uiteinden, onderweg een wonderlijke, ongekende wereld voor de kijker openbarend. Levensdrift. Arno Mertens koestert zijn schilderijen, hij leeft met ze. Zijn atelier aan de Tilburgse Lange Nieuwstraat is het ultieme bewijs, een broedplek van creativiteit. De levensdrift druipt van alles af. Alle hoekjes van zijn atelier gebruikt Mertens, en inspiratiebronnen stapelen zich op. Foto’s van welig tierende planten prijken op de wand. Op de vensterbank liggen glasobjecten waarin luchtbelletjes het zonnelicht op spectaculaire wijze breken. Op de grond slingeren boeken met prenten van Rubens’ bijbelse taferelen. Zijn heftig kronkelende en worstelende lichamen roepen een aloude, mythische oerkracht op. Een spirituele stuwing naar het licht dat ook terug te vinden is in Mertens’ oeuvre. De ateliervloer is aardser. Hier knokt de kunstenaar met de materie. De bodem is compleet overwoekerd met kleurige korsten, een heerlijke chaotische Pangea van verf. Op dit hoogstpersoonlijke ‘oercontinent’ ontstaan de schilderijen van Arno Mertens. Hier gaat de schilder zijn strijd aan met de verf, de kleur en het lege doek. Een gevecht dat voelbaar is op ieder schilderij. De doeken liggen zij aan zij op de vloer. Tabula rasa’s wachtend op een bestemming, een landschap, een nieuwe dageraad. Hondstrouw waakt Arno Mertens over zijn creaties en hij laat ze niet zomaar los op de wereld. Hij weet vaak binnen luttele seconden of hij met een schilderij op het goede spoor zit. “Het moet meteen gebeuren, het gevoel moet er eigenlijk direct zijn.” Mertens noemt zijn werkmethode geen action painting. “Er gaan heel veel jaren geconcentreerd denkwerk aan vooraf. Laagje voor laagje speur ik naar het beste doek, waarbij de opwinding van dat ene creatieve piekmoment essentieel is. Ik zit altijd op mijn atelier, tussen de doeken, te broeden op een onverwachte invalshoek. Ik breng ook ideeën van het ene doek naar het andere over, zodat ieder schilderij een erfenis van een ander in zich draagt.” Zo ontstaat één groot magnum opus, waarin alles met alles samenhangt, ieder detail verwijst naar een ander radertje in het oeuvre. Arno Mertens heeft zich een unieke werkwijze eigengemaakt. Al wandelend tussen zijn doeken houdt hij het ontstaansproces nauwgezet in de gaten, klaar om in te grijpen met de verfkwast of waterspuit. Als een hovenier die met haviksogen zijn gewassen in de gaten houdt. Ingrijpen op een gemanipuleerd toeval noemt de kunstenaar het, waarbij het doek een weerslag van zijn handelingen is. Mertens start met een ondergrond van acryl, een filmpje van verf op het doek dat hij op gezette tijden met sproeien nat houdt. Vervolgens brengt hij er olieverf op, waarbij de verf traag wegdrijft en op de meest wonderlijke manieren op drift raakt. “Ik weet uit ervaring precies hoe de verf terecht kan komen. Het doek moet ademen en het beeld moet vrij zijn. Tijdens het werkproces moet ik dat continu in acht nemen.” Soms pakt hij er een trapje bij om van bovenaf een juist perspectief op zijn doeken te werpen. Als het doek afgerond lijkt zet hij het tegen de atelierwand. Het kan soms enkele maanden duren voordat Mertens zeker weet dat een doek af is. “Het schilderij is pas af als het stil is, als ik er niet meer mee hoeft te discussiëren en iedere toevoeging op zijn plaats is gevallen.”

Wapengekletter.
De ontwikkeling van de kunstenaar Arno Mertens verloopt even organisch en natuurlijk als zijn werk. Een intense belangstelling voor de materie verf vormt de rode draad. Mertens accepteert verf als zijn enige realiteit, steeds strevend naar een eigen artistiek domein waarin het niet meer uitmaakt of een voorstelling reëel of abstract is. “Er is geen groter realisme dan de verf zelf”, benadrukt Mertens. “Net als schilder Mark Rothko wil ik dat de kijker de abstracte kleurvelden gaat voelen en uiteindelijk als werkelijkheid en waarheid aanvaardt.” Maar fris van de Bossche kunstacademie had Arno Mertens nog een lange weg te gaan. Halverwege de jaren negentig experimenteerde Mertens onder meer met uiterst minimalistische doeken. Hij zag het destijds als een soort zelfreiniging, een louterend ‘terug naar af’. De kwasten werden ingeruild voor rollers en het palet bestond uit strikt grijs- en wittonen. Met vele lagen wit zocht de kunstenaar op een doek naar dé ultieme kleur. Het aftasten van de kleinste verschillen in wit werd een allesoverheersende passie, de kleur kon nog preciezer, nog schitterender. Deze zoektocht naar verdichting en verzadiging van kleur houdt Mertens tot op de dag van vandaag bezig. Mertens stapt snel af van zijn obsessie met minimale witnuances en herontdekt het hele kleurenspectrum in breedste zin. Kleur als een heilige graal waarin nieuwe dimensies liggen opgesloten. Het resultaat is een indrukwekkende reeks van bonte, transparante werken waarin de uitbundigheid en weelderigheid van de natuur wordt bezongen. ‘Coral Reef’ of ‘Crawling Paint’ noemt Mertens zijn doeken nog altijd liefkozend. Maar steeds is er die tweedeling in zijn oeuvre voelbaar. Een extatische, bijna agressieve kant en een introverte, meditatieve aanpak. Een realistische straatvechtersmentaliteit tegenover een meer idealistische, kunstesthetische blik. Aardse, dikke, graffitiachtige verfuitspattingen tegenover een bezonken, hemelse oase van kleur. De laatste jaren zijn deze tegengestelde karaktertrekken meer naar elkaar toegegroeid én met elkaar vergroeid. Als gevolg daarvan is Mertens’ palet langzaam maar zeker donkerder geworden. Een duisternis die Mertens ook al zo aantrok in het expressionistische werk van de Duitse Neue Wilden, onder wie ook Anselm Kiefer, maar dan zonder hun topzware, historische beladenheid. Mertens’ doeken zijn universeel en transformeren langzaam. De kenmerkende slingerende guirlandes en onstuimig kronkelende sporen van verf gaan gestaag op in donkerrode en diepblauwe massieve uitspansels. Een kolkend, golvend Al dat zich in de oneindigheid lijkt uit te strekken. Vanuit deze dichtopeengehoopte lagen verf weet Mertens met meesterhand een duizelingwekkende, transparante ruimtelijkheid te scheppen. Oer-hollandse doeken zijn het in feite, vol unheimisch clair-obscur, een mystiek wapengekletter tussen het duister en het verlossende licht. “Geen stap maar een trap voorwaarts”, verwoordt Mertens deze nieuwe, veelbelovende richting. “De binding die ik met mijn schilderijen heb is ongelofelijk sterk, die gaat ver voorbij liefde of verliefdheid. Vergelijk het met een zwangerschap. Ik kijk dwars door mijn schepping heen en ik volg en herken alle stadia en groeistuipen. Ieder schilderij voelt aan als een geboorte. Een nieuw leven dat op komst is. (Tekst: Mark van de Voort).

 

 

 

 

 

 

 

Coral Reef (2004)

Mertens, Arno
(Waalwijk, 1966 )

Details

Databanknummer:
60493
Advertentietype
Te koop aangeboden
Prijs
op aanvraag

Technische details

Kunstvorm:
Schilder- en Tekenkunst
Technieken:
Olieverf
Dragers:
Doek
Lengte:
170 cm
Breedte:
130 cm
Hoogte:
-
Oplage:
-

Beschrijving

Gesigneerd en gedateerd op de achterzijde.

Nieuwe dageraad van kleur en licht.
Een wereld op drift. Een schilderij in wording. De monumentale doeken van Arno Mertens leven. Nee, ze barsten bijna uit hun voegen van vitaliteit. Verf kolkt onder iedere oppervlakte en stroomt uit in myriaden van delta’s. Een onwaarschijnlijk paradijs van kleur en licht. Riviertjes van verf klonteren, stollen of stromen weer verder, en monden uit in een wervelende oersoep. Een oceaan waaruit zeewezens, koraalriffen en hele planktonzwermen lijken op te borrelen. En dan richt je verbaasd de blik hemelwaarts en ontwaar je in scharlakenrood gedoopte sterrenstelsels. Maar Mertens’ doeken kunnen ook heel aards zijn, de verf neemt vaste vorm aan, en dikke streepjes tubeverf hangen ineens als rijpe vruchtjes op het linnen of kruipen als slijmerige naaktslakken naar het licht. Makkelijk herkenbare referentiepunten maar voor de schilder telt maar één realiteit en dat is verf en nog eens verf. Laagje op laagje stapelt Mertens zijn verf op zoek naar die ene perfecte kleurschakering, die ene golvende beweging waardoor alles ineens in balans is. Kijken naar de schilderijen van Mertens, is kijken naar hun ontstaansgeschiedenis. Arno Mertens duikt in de materie verf en maakt van zijn kleurbeleving een zintuiglijke ervaring voor iedereen. Zie hoe verf elkaar afstoot en aantrekt, een eigen traject volgt, en zich een weg baant naar de verste uiteinden, onderweg een wonderlijke, ongekende wereld voor de kijker openbarend. Levensdrift. Arno Mertens koestert zijn schilderijen, hij leeft met ze. Zijn atelier aan de Tilburgse Lange Nieuwstraat is het ultieme bewijs, een broedplek van creativiteit. De levensdrift druipt van alles af. Alle hoekjes van zijn atelier gebruikt Mertens, en inspiratiebronnen stapelen zich op. Foto’s van welig tierende planten prijken op de wand. Op de vensterbank liggen glasobjecten waarin luchtbelletjes het zonnelicht op spectaculaire wijze breken. Op de grond slingeren boeken met prenten van Rubens’ bijbelse taferelen. Zijn heftig kronkelende en worstelende lichamen roepen een aloude, mythische oerkracht op. Een spirituele stuwing naar het licht dat ook terug te vinden is in Mertens’ oeuvre. De ateliervloer is aardser. Hier knokt de kunstenaar met de materie. De bodem is compleet overwoekerd met kleurige korsten, een heerlijke chaotische Pangea van verf. Op dit hoogstpersoonlijke ‘oercontinent’ ontstaan de schilderijen van Arno Mertens. Hier gaat de schilder zijn strijd aan met de verf, de kleur en het lege doek. Een gevecht dat voelbaar is op ieder schilderij. De doeken liggen zij aan zij op de vloer. Tabula rasa’s wachtend op een bestemming, een landschap, een nieuwe dageraad. Hondstrouw waakt Arno Mertens over zijn creaties en hij laat ze niet zomaar los op de wereld. Hij weet vaak binnen luttele seconden of hij met een schilderij op het goede spoor zit. “Het moet meteen gebeuren, het gevoel moet er eigenlijk direct zijn.” Mertens noemt zijn werkmethode geen action painting. “Er gaan heel veel jaren geconcentreerd denkwerk aan vooraf. Laagje voor laagje speur ik naar het beste doek, waarbij de opwinding van dat ene creatieve piekmoment essentieel is. Ik zit altijd op mijn atelier, tussen de doeken, te broeden op een onverwachte invalshoek. Ik breng ook ideeën van het ene doek naar het andere over, zodat ieder schilderij een erfenis van een ander in zich draagt.” Zo ontstaat één groot magnum opus, waarin alles met alles samenhangt, ieder detail verwijst naar een ander radertje in het oeuvre. Arno Mertens heeft zich een unieke werkwijze eigengemaakt. Al wandelend tussen zijn doeken houdt hij het ontstaansproces nauwgezet in de gaten, klaar om in te grijpen met de verfkwast of waterspuit. Als een hovenier die met haviksogen zijn gewassen in de gaten houdt. Ingrijpen op een gemanipuleerd toeval noemt de kunstenaar het, waarbij het doek een weerslag van zijn handelingen is. Mertens start met een ondergrond van acryl, een filmpje van verf op het doek dat hij op gezette tijden met sproeien nat houdt. Vervolgens brengt hij er olieverf op, waarbij de verf traag wegdrijft en op de meest wonderlijke manieren op drift raakt. “Ik weet uit ervaring precies hoe de verf terecht kan komen. Het doek moet ademen en het beeld moet vrij zijn. Tijdens het werkproces moet ik dat continu in acht nemen.” Soms pakt hij er een trapje bij om van bovenaf een juist perspectief op zijn doeken te werpen. Als het doek afgerond lijkt zet hij het tegen de atelierwand. Het kan soms enkele maanden duren voordat Mertens zeker weet dat een doek af is. “Het schilderij is pas af als het stil is, als ik er niet meer mee hoeft te discussiëren en iedere toevoeging op zijn plaats is gevallen.”

Wapengekletter.
De ontwikkeling van de kunstenaar Arno Mertens verloopt even organisch en natuurlijk als zijn werk. Een intense belangstelling voor de materie verf vormt de rode draad. Mertens accepteert verf als zijn enige realiteit, steeds strevend naar een eigen artistiek domein waarin het niet meer uitmaakt of een voorstelling reëel of abstract is. “Er is geen groter realisme dan de verf zelf”, benadrukt Mertens. “Net als schilder Mark Rothko wil ik dat de kijker de abstracte kleurvelden gaat voelen en uiteindelijk als werkelijkheid en waarheid aanvaardt.” Maar fris van de Bossche kunstacademie had Arno Mertens nog een lange weg te gaan. Halverwege de jaren negentig experimenteerde Mertens onder meer met uiterst minimalistische doeken. Hij zag het destijds als een soort zelfreiniging, een louterend ‘terug naar af’. De kwasten werden ingeruild voor rollers en het palet bestond uit strikt grijs- en wittonen. Met vele lagen wit zocht de kunstenaar op een doek naar dé ultieme kleur. Het aftasten van de kleinste verschillen in wit werd een allesoverheersende passie, de kleur kon nog preciezer, nog schitterender. Deze zoektocht naar verdichting en verzadiging van kleur houdt Mertens tot op de dag van vandaag bezig. Mertens stapt snel af van zijn obsessie met minimale witnuances en herontdekt het hele kleurenspectrum in breedste zin. Kleur als een heilige graal waarin nieuwe dimensies liggen opgesloten. Het resultaat is een indrukwekkende reeks van bonte, transparante werken waarin de uitbundigheid en weelderigheid van de natuur wordt bezongen. ‘Coral Reef’ of ‘Crawling Paint’ noemt Mertens zijn doeken nog altijd liefkozend. Maar steeds is er die tweedeling in zijn oeuvre voelbaar. Een extatische, bijna agressieve kant en een introverte, meditatieve aanpak. Een realistische straatvechtersmentaliteit tegenover een meer idealistische, kunstesthetische blik. Aardse, dikke, graffitiachtige verfuitspattingen tegenover een bezonken, hemelse oase van kleur. De laatste jaren zijn deze tegengestelde karaktertrekken meer naar elkaar toegegroeid én met elkaar vergroeid. Als gevolg daarvan is Mertens’ palet langzaam maar zeker donkerder geworden. Een duisternis die Mertens ook al zo aantrok in het expressionistische werk van de Duitse Neue Wilden, onder wie ook Anselm Kiefer, maar dan zonder hun topzware, historische beladenheid. Mertens’ doeken zijn universeel en transformeren langzaam. De kenmerkende slingerende guirlandes en onstuimig kronkelende sporen van verf gaan gestaag op in donkerrode en diepblauwe massieve uitspansels. Een kolkend, golvend Al dat zich in de oneindigheid lijkt uit te strekken. Vanuit deze dichtopeengehoopte lagen verf weet Mertens met meesterhand een duizelingwekkende, transparante ruimtelijkheid te scheppen. Oer-hollandse doeken zijn het in feite, vol unheimisch clair-obscur, een mystiek wapengekletter tussen het duister en het verlossende licht. “Geen stap maar een trap voorwaarts”, verwoordt Mertens deze nieuwe, veelbelovende richting. “De binding die ik met mijn schilderijen heb is ongelofelijk sterk, die gaat ver voorbij liefde of verliefdheid. Vergelijk het met een zwangerschap. Ik kijk dwars door mijn schepping heen en ik volg en herken alle stadia en groeistuipen. Ieder schilderij voelt aan als een geboorte. Een nieuw leven dat op komst is. (Tekst: Mark van de Voort).

 

 

 

 

 

 

 

Aangeboden kunst

Een selectie uit ons kunstaanbod

Bekijk meer aanbod »


Expositie Johan Lennarts (1932-1991) van 10 januari 2025 - 9 februari 2025
Geopend vrijdag, zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur. Andere dagen na afspraak.