Abbing, Frederik Hendrik
Teteringen (Breda), 8 mei 1901 - Amsterdam, 12 augustus 1955
Biografie: Frederik Hendrik Abbing
Frederik Hendrik Abbing (Fik) vestigde zich in 1918 in Amsterdam waar hij aan de Rijksacademie van beeldende kunsten les had van onder anderen R.N. Roland Holst en A.J. Derkinderen. Ondanks een min of meer regelmatige stroom van opdrachten en enkele tentoonstellingen van zijn werk voelde Abbing zich als schilder onderkend. Meer waardering kreeg hij voor zijn ontwerpen en uitvoeringen van glas-in-loodramen.
Naar eigen zeggen begon Abbing zijn dagboek te schrijven om zich op latere leeftijd zijn leven beter te kunnen herinneren. Na tientallen jaren zou een blik voldoende moeten zijn om het vervlogen leven in de herinnering terug te roepen. Hoewel het persoonlijke leven niet ontbreekt, domineren vooral de aantekeningen en tekeningen over zijn werk. In het dagboek werd de voortdurende strijd die Abbing voelde tussen wat hij wilde (een vrije en gewaardeerde schilder zijn) en wat hij moest doen om in zijn levensonderhoud te voorzien (commerciële opdrachten aannemen) een belangrijk thema.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog probeerde Abbing zich aanvankelijk nog geheel op z’n werk te concentreren, maar het lukte hem niet om de oorlog buiten de deur te houden. Naarmate de verschrikkingen van de oorlog toenamen en hem persoonlijk raakten veranderde het karakter van de dagelijkse aantekeningen. Het werk verdween naar de achtergrond. Het ging niet langer om hemzelf en zijn werk maar om verslag te doen van een onrustige wereld zodat ‘mijn kinderen en kindskinderen goed zullen begrijpen dat het niet vanzelf spreekt dat zij het goed hebben’.