Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Bantzinger, Cees [4 ]

Gouda, 15 juni 1914 - Amstelveen, 2 juni 1985

Biografie: Cees Bantzinger

Cornelis Adrianus Bernardus (Cees) Bantzinger was een Nederlandse tekenaar en schilder. Hij was getrouwd met Jetty Paerl, dat was zijn tweede huwelijk.

Zoals meer kunstenaars begon ook Bantzinger op een plaats waar hij niet thuishoorde. Nadat hij een tweejarige studie aan een seminarie had gevolgd vertrok hij in 1932 naar Amsterdam om daar een studie aan het Instituut voor Kunstnijverheid (de huidige Gerrit Rietveld Academie) te volgen. Gedurende die periode ontwikkelde hij, onder leiding van docent Papenhuizen, een grote belangstelling voor het tekenen naar levend model, iets wat hij in zijn verdere carrière zal blijven doen.

In 1936-1937 debuteerde Bantzinger als illustrator in het weekblad De Groene Amsterdammer. Samen met Eppo Doeve en Jo Spier behoorde hij tot de bekende illustratoren van dag- en weekendbladen.

Na het verlaten van het Instituut voor Kunst-nijverheid volgde hij in 1937 de avondklassen van de Rijksacademie van Amsterdam. In datzelfde jaar ging hij, dankzij het winnen van een prijsvraag uitgeschreven door filmmaatschappij Metro-Goldwyn, waarbij werd gevraagd in vijfentwintig regels te schrijven over het onderwerp "Wat Parijs voor mij betekent", naar Parijs waar hij een maand verbleef en naar model tekende aan de vrije academies van Montparnasse.

Ruim een jaar later ondernam Bantzinger een voetreis door België, Zwitserland en Italië en volgde hij tekenlessen, die werden gegeven door Professor Johannes Itten. Diens basiscursus bestond er onder meer in de leerlingen vertrouwd te maken met allerlei materialen. Gedurende deze lessen maakte Bantzinger tevens kennis met de methodes van het Bauhaus.

Teruggekomen van zijn reis werd hij meteen onder de wapenen geroepen. De uren die hij gedurende zijn diensttijd vrij had besteedde hij aan het maken van sfeertekeningen over het leven in de kazerne en aan het maken van muurschilderingen in de soldatenkantine.

In de beginjaren van de bezetting was Bantzinger lid van de Nationaal-Socialistische Beweging. Hij schreef als NSB-lid vele brieven aan het nationaalsocialistische Departement van Volksvoorlichting en Kunsten waarin hij probeerde opdrachten voor kunstwerken te verwerven. Na enige tijd dook Bantzinger onder op de pakzolder van drukkerij Ando te Den Haag, welke reeds door de Duitsers gesloten was. Samen met de uitgever Bert Bakker en Ando`s eigenaar Fokke Tamminga richtte hij daar de Mansarde-pers op waardoor er illegale boeken met tekeningen van Bantzinger uitgegeven konden worden, waaronder Huis en Reiziger doet Golgotha, beide van Gerrit Achterberg. In de oorlogsjaren werd deze mansarde één van de vele centra waar dichters en schrijvers als Bertus Aafjes, Ab Visser en Ferdinand Bordewijk bijeen kwamen.

Na de oorlog tekende Bantzinger, al staande tussen de theatercoulissen en in stadsschouwburgen, veel acteurs en actrices. Hij werd tevens gefascineerd door Chinese mannen en vrouwen die hij dikwijls tekende, soms in houtskool, dan weer in inktlijnen. Bantzinger tekende vaak vrouwen. Zelf schrijft hij daar in het boek Vrouwen het volgende over: "Mijn hele leven heb ik vrouwen getekend, omdat zij het mooiste creatuur der schepping zijn." Naast zijn voorliefde voor Chinese en Japanse penseeltekeningen, bestudeerde en kopieerde hij ook werk van Rembrandt, Goya en El Greco.

In 1956 ging Bantzinger naar de Internationale Sommerakademie `Die Schule des Sehens` te Salzburg, waar hij les kreeg van Oscar Kokoschka. Tevens werkte hij nog voor verschillende kranten en weekbladen, waaronder Elseviers Weekblad, Vrij Nederland, de Mandril, en Het Vrije Volk.

Bantzinger maakte vele reizen door onder andere India, Portugal, Israël, Griekenland, Japan en de Verenigde Staten, maar vaak ook koos hij voor locaties die dichter bij huis lagen; hij portretteerde mensen in cafés maar ook in rechtszalen, waarvan enkele reportages van bekende processen nog steeds uniek op gebied van rechtbank-journalistiek zijn.

In de loop der jaren heeft hij verschillende ateliers gehad, al dan niet aan huis. In de jaren zestig veroorzaakte hij nog een schandaal in de plaatselijke pers van Ouderkerk aan de Amstel. Men was er niet van gediend dat hij in zijn etalage tekeningen van vrouwelijk naakt vertoonde.

In zijn boek De kunsthandel in Nederland 1940-1945 onthulde Adriaan Venema het oorlogsverleden van Bantzinger. Daarop pleegde Bantzinger zelfmoord. Bantzinger woonde, tot zijn dood in 1985, samen met zijn vrouw en dochter te Amstelveen.

Lees verder
Werken in het archief (23)