Bles, David Joseph
Den Haag, 19 september 1821 - 3 september 1899
Biografie: David Joseph Bles
De kunstenaar David Bles (1821-1899) werd geboren als zoon van de koopman Joseph David Bles en diens vrouw Sara Wolf. Al op dertienjarige leeftijd bleek de jonge David zoveel tekentalent te hebben dat zijn ouders hem naar de Haagse tekenacademie stuurden. Hier volgde hij van 1834 tot 1837 lessen. Van 1838 tot 1841 was hij in de leer bij de bekende kunstschilder Cornelis Kruseman. Vervolgens trok Bles naar Parijs, waar hij lessen volgde bij Robert Fleury. Tot 1843 bleef hij in Parijs waarna hij zich in Belgie vestigde. Hier schilderde hij taferelen uit de geschiedenis van de Nederlandse schilderkunst, zoals bijvoorbeeld zijn schilderij "Rubens en de jonge Teniers" uit 1843 of "Paulus Potter, schetsende in de weilanden" dat in 1844 ontstond. In een artikel in het joodse weekblad "De Vrijdagavond" noemde Joseph Gompers hem in 1927 een schilder die "een onbetwiste plaats bij de meester-schilders van de vorige eeuw verkreeg." Onder andere schilderde Bles portretten en genrestukken. De genrestukken van Bles hebben veelal een achttiende-eeuwse aankleding. Van dit tijdvak bezat Bles een grote kennis. Als belangrijkste werk van Bles wordt wel genoemd "De mooie minne en de twee grootvaders". Op dit schilderij betuigen twee oude heren op 18de-eeuwse wijze hun bewondering voor een knappe min. Een van de twee krijgt een reprimande van zijn jaloerse echtgenote. Voor het schilderij "Verboden Lectuur" (1860) kreeg Bles op de Parijse Salon een gouden medaille. In 1897, toen Bles al 76 jaar oud was, kreeg hij van de Koningin Moeder de opdracht een portret van koningin Wilhelmina te maken. David Bles was getrouwd met Esther Bles, van wie hij in 1853 een waterschets maakte.