Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Bouten, Armand

Venlo, 1893 - Amsterdam, 1965

Biografie: Armand Bouten

Al op jonge leeftijd, hij was nauwelijks elf, verloor hij zijn moeder. Binnen jaar hertrouwde zijn vader met een zus van zijn overleden vrouw. Misschien dat door de pijnlijke gebeurtenissen in zijn kinderjaren Armand Bouten zijn draai in Venlo niet heeft kunnen vinden, want in de zomer van 1912 vertrekt hij uit zijn geboortestad om er nooit meer terug te keren. Hij volgt een opleiding aan de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs in Amsterdam waar hij Hannie Korevaar (1893-1983) ontmoet, zijn latere vrouw en schildersgezellin. Uit hun vroege werken blijkt dat zij zeer bij de tijd waren op het terrein van de moderne kunst. Ongetwijfeld bezochten ze de spraakmakende exposities die in die jaren in Amsterdam werden georganiseerd door futuristen, expressionisten en kubisten. Met hun monumentale, krachtige contouren en hun expressieve, felle kleuren ademen de schilderijen van Bouten helemaal de tijdgeest.

Zo rond 1920 vertrekt het schildersechtpaar voor een eerste, grote studiereis. Einddoel is Hongarije, nu een hele gewone vakantiebestemming maar in die jaren een verre, ongewisse tocht. Blijkbaar worden ze gepakt door het nomadenvirus want in de volgende jaren verblijven ze in Oost-Europa, Berlijn, Parijs en Zuid-Frankrijk. Zigeuners, kermissen, cafés en bordelen duiken op in het werk dat steeds feller en agressiever wordt. In 1922 heeft Bouten zijn eerste tentoonstelling en dat was bepaald geen succes, want de exposant wordt oppervlakkigheid en perversie verweten. De schilderijen en aquarellen uit de tweede helft van de jaren twintig zijn wat betreft kleurgebruik en penseelvoering anders. Pasteltinten overheersen met een nadruk voor violetten en het handschrift van de schilder wordt losser en beweeglijker.

In deze periode vindt echter geleidelijk een omslag plaats naar een grimmigheid die mede tot uitdrukking komt in donkere kleuren. Voor relativering of melancholie is geen plaats meer. Decepties, obsessies, angstaanjagende droombeelden en onheilspelende visioenen overheersen. Het palet van de schilder wordt donkerder en donkerder. Uit de tijd na 1935 zijn alleen tekeningen in zwartwit en bruin bekend. In 1957 vestigt hij zich weer in Amsterdam waar hij acht jaar later zal overlijden.

Lees verder
Werken in het archief (23)