Cate, Hendrik Gerrit Ten
Amsterdam, 22 februari 1803 - Amsterdam, 6 maart 1856
Biografie: Hendrik Gerrit Ten Cate
Hendrik Gerrit ten Cate werd in Amsterdam geboren op 22 februari 1803, hij woonde en werkte hier tot zijn dood op 6 maart 1856. Hij was een leerling van George Pieter Westenberg (1791-1873) die bekend stond om zijn stadsgezichten. Ten Cate schilderde portretten, landschappen, vruchten- en bloemstillevens en later bij voorkeur stadsgezichten, meestal bij maanlicht. Het stadsgezicht zou in de tweede helft van de 19e eeuw een grote vlucht beleven, hiervoor werd aan het begin van de eeuw al de basis gelegd. H.G. ten Cate heeft in zijn stadsgezichten de 17e eeuwse traditie voortgezet. Verder maakte hij vele zomer- en winterlandschappen en met name zijn Hollandse ijsgezichten, fijn uitgewerkt en gestoffeerd met talloze figuren, waren populair. Ten Cate heeft ook tekeningen gemaakt zowel in kleuren als in O.I. inkt. Hij gaf les aan H.J. Elzer; K. Karsen; M.Parré; C. Springer en A.M. van Veeren.
J. Knoef schreef over hem in zijn boek Een eeuw Nederlandse schilderkunst , Amsterdam MCMXLVIII, p.50,51: Wonderlijk fel is ook een schets van H.G. ten Cate, een Gezicht op Haarlem uit 1829 (Gem. Museum Den Haag) en de kunstenaar verbaast, na reeds met enige gezichten op ’s Graveland uit 1817 en 1818 (Rijksmus.) blijken van een fijn atmosferisch aanvoelen te hebben gegeven, in een kapitaal landschap uit 1826 (kunsthandel) door een vrijheid van behandeling, een onbekrompenheid van toets, een rijkdom van doorvoelde kleur, die zowel voor de kunstenaar als voor de tijd even opmerkelijk zijn. In het Rijksmuseum in Amsterdam bevindt zich een schilderij van hem: De Torensluis met de Jan Roodenpoortstoren te Amsterdam, 1829. De toren is in 1829 afgebroken. Andere musea waar werken van hem te zien zijn: Museum Kröller Müller, Otterlo; Boymans van Beuningen in Rotterdam; het Frans Halsmuseum en Teylers’Museum in Haarlem en het Haags Gemeentemuseum. In het stadsarchief van Amsterdam zijn diverse tekeningen met Amsterdamse stadsgezichten van hem bewaard evenals in het Rijksprentenkabinet in Leiden en in Amsterdam.
