Henriëtta Geertrui Knip was een Nederlandse kunstschilder. Na het overlijden van hun vader, de schilder Nicolaas Frederik Knip trok Henriëtta, evenals een jaar eerder haar broer Josephus Augustus Knip, in 1802 naar Parijs. Vanaf 1805 gaf Henrietta Knip 's winters tekenles in Amsterdam en verbleef 's zomers veel in Haarlem, om bloemen naar het leven te tekenen en te schilderen. Op tentoonstellingen exposeerde Henrietta Knip vanaf 1810 aquarellen en gouaches, vanaf 1820 werkte zij ook in olieverf. Voor haar bloemstukken en fruit kende de Koninklijke Academie in Amsterdam Henrietta Knip 1822 een medaille toe.

1827 betaalde koningin Frederica Louisa Wilhelmina voor een bloemstuk van Henrietta Knip zelfs meer dan haar broer, de landschapschilder Josephus Augustus Knip voor schilderijen kreeg. Henriëtte Ronner-Knip was haar nichtje.