Kunstmakelaardij Metzemaekers
Op deze pagina vindt u een overzicht van kunstenaars waarvan u op deze site meer informatie kunt vinden.

Koolhaas, Rem

Rotterdam, 17 november 1944

Biografie: Rem Koolhaas

Rem Koolhaas (1944) is zonder twijfel de meest invloedrijke en internationaal gelauwerde hedendaagse Nederlandse architect. Zijn bureau, het Office for Metropolitan Architecture, heeft zijn hoofdvestiging in Rotterdam, waar Koolhaas ook geboren is. Maar het internationale gezelschap ontwerpers van het OMA en de opdrachten over de gehele wereld onttrekken zich aan de kwalificaties Nederlands of Rotterdams. Meer nog dan door zijn gebouwen maakte Koolhaas indruk met zijn visionaire ideeën over architectuur en stedenbouw, die hij in lezingen en boeken openbaarde. De zoon van de bekende schrijver/journalist Anton Koolhaas werd in 1944 in Rotterdam geboren, maar groeide op in Indonesië en Amsterdam. Hij studeerde enige tijd aan de Amsterdamse Filmacademie, waar zijn vader directeur was, en werkte als journalist voor de Haagse Post. In 1968 trad hij alsnog in de voetsporen van zijn grootvader Dirk Roosenburg en ging architectuur studeren aan de Architectural Association in Londen en vanaf 1972 aan de Cornell University in New York. In 1975 vormde Koolhaas met zijn vrouw Madelon Vriesendorp en met Elia en Zoe Zenghelis het Office for Metropolitan Architecture (OMA). Ze tekenden voornamelijk architectonische fantasieën die in verschillende internationale tijdschriften werden gepubliceerd en door musea aangekocht. Het verblijf in New York resulteerde in 1978 in het luxueus uitgegeven boekwerk Delirious New York, een lofzang op Manhattan. In 1978 keerde hij met het OMA terug naar zijn geboortestad. Koolhaas woont sinds 1975 in Londen, maar is voortdurend onderweg. In 1978 verraste Koolhaas de ingeslapen Nederlandse architectuurwereld met een spraakmakende prijsvraaginzending voor een nieuw parlementsgebouw, dat echter niet verder kwam dan een eervolle vermelding. Met concrete bouwopdrachten wilde het aanvankelijk niet vlotten, maar in prijsvragen scoorde het OMA regelmatig met vaak schitterende tekeningen. Koolhaas kreeg zodoende het predikaat `papieren architect`, een lot dat hij deelde met vele andere internationale avant-garde-architecten. De eerste gerealiseerde gebouwen zijn bescheiden. Een politiebureau in Almere (1984-1986) werd in 1987 gevolgd door het Nederlands Danstheater in Den Haag en het stedenbouwkundig plan voor het IJ-Plein in Amsterdam-Noord. Het eerste gerealiseerde werk van OMA in Rotterdam was het busstation op het Stationsplein in 1987, dat in 2004 werd gesloopt. Aan de Kralingseweg staat een dubbele patiovilla (1985-1988). Bekendste Rotterdamse gebouw is ongetwijfeld de Kunsthal (1988-1992), dat zowel grote bewondering als verguizing ten deel viel. OMA verzorgde ook de inrichting van het Museumpark. Veel prijsvraagontwerpen, plannen en voorstellen bleven in de ontwerpfase steken, zoals het hergebruik van de oude Willemsbrug (1979) en hoogbouwprojecten voor de Boompjes (1979) en het Churchillplein (1984). Van een Nationaal Wetenschapscentrum op de Müllerpier (1987) werd weinig meer vernomen. Het ontwerp voor het hoogbouwcomplex `De Rotterdam` op de Wilhelminapier uit 2001 wacht op realisatie. Twee belangrijke meervoudige opdrachten, het stadhuis in Den Haag (1986) en het Nederlands Architectuurinstituut in Rotterdam (1988), gingen ondanks lovende juryrapporten en handtekeningenacties uit de architectenwereld niet naar Koolhaas. De wel gerealiseerde projecten konden de in de teksten en tekeningen gewekte verwachtingen niet altijd waarmaken. Het appartementencomplex Byzantium aan de Stadhouderskade in Amsterdam (1985-1991) werd arrogant en smakeloos bevonden, met name de goudkleurige kegel bij het bovenste appartement. In de vroege ontwerpen is sprake van collagearchitectuur met opzichtig kleur- en materiaalgebruik. Er werden parallellen gezien tussen zijn ontwerpen en filmscenario`s. In het latere werk overheerst de neutrale, flexibele huid die rond een bijzonder georganiseerd programma van eisen wordt geplooid. Door het gebruik van hellingbanen en schuine vloeren ontstaan continue ruimtes. Voorbeelden hiervan zijn het Educatorium in Utrecht (1992-1997) en de nieuwe Nederlandse Ambassade in Berlijn (2003). Een constante is het goedkope materiaalgebruik en de compromisloze detaillering. Daarnaast is een toenemende interesse in grootschalige gebouwen te zien: Bigness. In Nederland was OMA verder betrokken bij het nieuwe stadshart van Almere, het Chassé-terrein in Breda en in Den Haag bij het Souterrain, de door lekkages geteisterde tramtunnel (1990-2005) en de verbouwing van jongerencentrum Het Paard (2003). Vanaf de jaren negentig was het OMA vooral internationaal actief en realiseerde gebouwen als het Congrexpo in Lille (1994), woningbouw in het Japanse Fukuoka (1991), een bijzonder woonhuis in Bordeaux (1998), universiteitsgebouwen voor het IIT in Chicago (2003), het Casa da Musica in Porto (2004) en de bibliotheek van Seattle (2004). Twee toonaangevende opdrachtgevers kozen begin eenentwintigste eeuw voor zijn architectuur: de Guggenheim Foundation liet een dependance in Las Vegas bouwen en het toonaangevende modeconcern Prada modelshowrooms in New York en Los Angeles. OMA is de laatste jaren ook actief in zuidoost Azië. Belangrijkste project vormt momenteel het hoofdkantoor van de Chinese televisie (CCTV) in Beijing, dat in 2008 klaar moet zijn. Om een indruk van de schaal van dit gebouw te krijgen: het hoogste gebouw van Nederland (Nationale-Nederlanden) past eronder! Koolhaas gaf les aan de Architectural Association, was gastdocent en hoogleraar op de afdeling Bouwkunde van de TH in Delft en vanaf 1995 hoogleraar aan de Harvard University. Hij gaf lezingen en gastcolleges over de gehele wereld. Behalve Delirious New York publiceerde hij in 1995 het omvangrijke oeuvre-overzicht S,M,L,XL. Omvang (1344 pagina`s), inhoud (een overvloed aan schema`s en encyclopedische opsommingen) en vormgeving van Bruce Mau (verschillende lettertypes, paginagrote knipsels, foto`s en collages) zetten een nieuwe trend voor architectuurboeken. Met de publicatie van The Harvard Guide to Shopping (2001) en Great Leap Forward (2001) samen met zijn Harvard-studenten deed Koolhaas andermaal van zich spreken als visionair cultuurfilosoof. Voor het onderzoek naar maatschappelijke verschijnselen werd in 1998 het AMO opgericht. Bekendste project is de nieuwe vlag van de Europese Gemeenschap. Het OMA was eerst aan de Scheepmakershaven gevestigd, vervolgens aan de Boompjes en sinds eind jaren negentig in een kantoorgebouw aan de Heer Bokelweg. In 1995 ging het bureau bijna failliet. Sindsdien wordt er samengewerkt met ingenieursbureau Haskoning. In de eerste jaren werkte Koolhaas veel met de jonggestorven architect Jan Voorberg (1945-1983). Huidige partners van OMA zijn Ole Scheeren, Ellen van Loon en Joshua Ramus. Het OMA werd in de jaren tachtig meer en meer een architectuurlaboratorium en een soort opleidingsinstituut voor jonge architecten vanuit de hele wereld. Bekende ex-OMA-medewerkers zijn Kees Christiaanse, Willem Jan Neutelings, de leden van MVRDV, Xaveer De Geyter en Rients Dijkstra. Koolhaas kreeg in 1986 de Rotterdam-Maaskantprijs en vervolgens vele andere prijzen. In 2000 kreeg hij als eerste Nederlander de Pritzker Architectuurprijs, wel eens de Nobelprijs voor architecten genoemd en in 2004 de Royal Gold Medal van het RIBA, het Royal Institute of British Architects. In 1989 wijdde Museum Boijmans de tentoonstelling OMA: The First Decade aan het werk van Koolhaas.

Lees verder
Werken in het archief (3)