Abstract schilder, tekenaar en beeldhouwer. Werkt vanaf zijn veertiende in een atelier voor decoratieve beeldhouwkunst en volgt onregelmatig avondlessen beeldhouwkunst aan de Academies van Brussel (1923-24 en 1929-30), Sint-Gillis en Sint-Joost-ten-Node (1932, G. Fontaine). Stopt het beeldhouwen in 1940 en begint autodidactisch te schilderen. Krijgt hierbij raadgevingen van H. Ottevaere. Wijdt zich vanaf 1940 volledig aan de schilderkunst maar blijft om den brode talrijke stielen uitoefenen. Deelname aan de salons van Apport 44 en 45. Eerste persoonlijke tentoonstelling in Galerie Apollo in 1946. Stapt, na deelname aan de tentoonstellingen in 1946 van de Jeune Peinture Belge (Parijs, Den Haag en Amsterdam), uit de vereniging. Medeoprichter van Espace (1952). Debuteert, onder invloed van C. Permeke, Vlaams-expressionistisch met ruw geschetste personages en dieren, omlijst met zware contouren. Evolueert naar de lyrische en gestuele abstractie, waarvan hij in ons land een van de eerste protagonisten is. Geeft met een krachtige toets uiting aan zijn levensangst. Vanaf 1949 kiest hij resoluut voor grote formaten, waarin zijn kunst volledig tot ontplooiing komt. Werk in de Musea van Antwerpen, Brussel, Elsene, Gent, Oostende (PMMK), Den Haag, New York (Guggenheim), Buffalo (Albright Art Gallery) en Sao Paolo.