Segers, Kees
Tilburg, 1947 - 11 januari 2019
Biografie: Kees Segers
Het werk van beeldend kunstenaar Kees Segers wordt gekenmerkt door een voortdurende ontwikkeling. Een ontwikkeling die vanuit het "binnenste" komt en in de loop der jaren naar een abstracte beeldtaal heeft geleid.
" Abstract werk ziet er vaak zo eenvoudig uit, maar wil je een eigen beeld hierin verwezenlijken dan vraagt dit veel meer van je. Tijdens mijn periode op de academie was er al het verlangen om abstract te werken. In de laatste 2 jaar toen ik serieus koos voor schilderen, zette ik het werk meestal op met een ruige kwast of doek gedrenkt in met terpentijn verdunde sepia. Vanuit het " imaginaire " haalde ik de beelden tevoorschijn. Op die manier heb ik veel kunnen verwerken van de ballast die je onbewust meedraagt. Ik heb in feite zo het nodige van me afgeschilderd en hierdoor ruimte gecreëerd om verder te kunnen. Het werkte als een bevrijding, ook al stond je aan de voet van een berg waar je nog tegen op moest, ik was tenslotte inmiddels al 30, een leeftijd waarop je normaal gesproken al een ontwikkeling achter de rug hebt"
Wanneer Segers de academie te Den Bosch verlaat is zijn werk figuratief met een surrealistische inslag, getuige zijn werk "Sint te water". Een korte tijd schildert hij “geposeerde" figuren, waarin het uitgangspunt niet meer de "fantasie van de sepia" vormt, maar de vrijheid van de tekenlijn.
" Verf is materie, en met die materie als zodanig weet ik eigenlijk niet zo goed om te gaan. Daarom was het voor mij natuurlijker om via het tekenen naar een abstrahering te komen."
" Eind jaren zeventig speelde ik vaak go en had een niet al te diepgaande belangstelling voor de Japanse cultuur en (prent)kunst. In principe is go een eenvoudig spel; het spel begint vanuit het niets, (er staan geen stukken op het bord zoals bijv. bij het schaken), waarbij het de kunst is de meeste "ruimte" in bezit te krijgen bij een steeds voller wordend speelveld. Het is dus een geheel andere manier van " inzicht" waar je mee te maken krijgt. Het spel wordt moeilijker naarmate het eenvoudiger wordt, in die zin dan dat de mogelijkheden van spelen beperkter worden naarmate het spel vordert. In zekere zin is het met abstracte kunst ook zo.”
Segers is echter niet tevreden met zijn "portretten" en middels een Japanse prent waar het vliegeren in voorkomt, wordt hij geraakt door zijn jeugdherinneringen. Vanuit het thema " Vliegers" vindt Segers het aanknopingspunt om zijn ontwikkeling een nieuwe invalshoek te geven. Het thema wordt uitgebreid met "Snippers" en Slingers". Met zijn werk is hij vertegenwoordigd is op de tentoonstelling van de Koninklijke Subsidie voor de Schilderkunst toen te Roermond in 1979. Segers keert nog even terug naar gestileerde figuratieve werken met een link naar de oude flipperkast motieven, waarmee hij opnieuw uitverkozen wordt op de tentoonstelling van de Koninklijke Subsidie te Amsterdam.
In 1981 exposeert hij in galerie Spiegel te Volkel met een reeks pastels, gouaches en enkele collages. We zien invloeden van Miro en Kandinsky, twee kunstenaars wiens werken, en die van Picasso, al geruime tijd tot de favorieten van Segers behoren.
In hetzelfde jaar neemt hij deel aan een grote groepsexpositie te Parijs. Zijn werk is nog volop in ontwikkeling, en door het gebruik van pastelkrijt en inktstiften gaat dit gepaard met steeds meer vrijheid. In zijn werk uit het begin jaren 80 is duidelijk te zien dat hier de basiselementen van zijn huidige werk opgesloten liggen. Het is vooral de gevoelswereld die de kunstenaar vastlegt in een veelheid aan tekens en een flitsend lijnenspel. Het zijn werken waarin de thematiek van de vroegste uitingen van abstracte kunst wordt uitgewerkt, het is een consequent volgen van het pad naar het abstracte.
Het centraal uitgangspunt of houvast is bij Segers zijn eigen interpretatie van het begrip `landschap`. Het gaat er bij Segers vooral om de setting van een atmosfeer vol materie en beweging. Van groter belang echter is voor hem in deze periode het procesmatige aspect van hetgeen zich afspeelt bij de eerste aanzet tot een nieuw werk. Zich bewust hiervan merkt hij dat de kunstenaar a.h.w. bij de hand wordt genomen door het schilderij. "Het ene schilderij brengt je vanzelf naar het volgende. Laat het gebeuren en stoor je niet aan dat het fout kan gaan. Accepteer dat het schilderij je a.h.w. bij de hand neemt en ervaar wat zich ontvouwt soms lijkt alsof het werk reeds eerder gemaakt is." In 1982 ontplooit Segers activiteiten binnen de M.B.K. ( Midden-Brabantse-Kunstenaarsvereniging) en zorgt voor een fraaie expositieruimte aan de St. Josephstraat , pal tegen het centrum gelegen, voor deze vereniging. Hier ontmoet hij de expressionist Frans van Amelsfort met wie hij later besluit tot een samenwerkingsproject. De uitdaging ligt in het grote verschil tussen het werk van beide kunstenaars en gedurende bijna een jaar wordt er hard gewerkt in het grote atelier. Het project onder de naam "Twee In Een" wordt afgesloten bij de voormalige stichting E.N.N.U. aan het Wilhelminapark, waar een immens schilderij van 6 x 4 meter wordt verwezenlijkt. De werken die zij gezamenlijk hebben geproduceerd worden eveneens tentoongesteld. Zo`n 300 mensen bezoeken de spetterende afsluiting met optredens van o.a Herman Brand, de bigband "The Big Bam Boozle" en saxofonist Paul van Kemenade. Segers besluit zijn eigen weg te vervolgen en stoot het grote atelier af omdat hij nu over een woonhuis met atelier beschikt. De invloed door de samenwerking met van Amelsfort is hierna duidelijk aanwezig in de werken van Segers. De ingeslagen weg naar een abstractere aanpak wordt zelfs opzij geschoven en maakt plaats voor een ongeremdheid die zijn werken uit 1982-1985 kenmerkt. De combinatie van acrylverf, houtskool en pastelkrijt maken fijne nuanceringen mogelijk in werken die uitbundig en groot van opzet zijn. De inventieve werken op papier leveren steeds weer verrassingen op in een meeslepend spel met vorm, lijn en kleur. De tentoonstelling in 1984 bij galerie Bagger (expositieruimte M.B.K.) is zeer succesvol. Segers maakt opnieuw een keuze in de opzet van zijn werk, hij kiest een aanpak vanuit het horizontale en verticale om terug te keren naar het pad van het abstracte. Merkwaardig genoeg steekt hier het figuratieve weer de kop op. In 1985 maakt Segers een serie schilderijen met het mensbeeld als onderwerp. Schilderijen die een verborgen intimiteit tonen ten aanzien van het ogenschijnlijk oppervlakkig rollenspel in de relatie van de personages. Even spontaan als waarop deze werken ontstonden, zo keert Segers dit de rug toe. Hij duikt opnieuw in de beeldtaal van `bergen, zeeën, wolken, vegetaties en wegen`, waarbij hij in zijn werk langzaam de beperkingen legt, die hem tenslotte brengen naar de duidelijke aanwezigheid van `de vorm`. De lijnvoering en het kleurgebruik blijven gebonden aan het onderliggend landschappelijke thema. Deze werkwijze herinnert ons aan de steeds drastischer doorgevoerde abstracties van vroeg 20e eeuwse kunstenaars als Bart van der Lek en Piet Mondriaan. "Vroeger sprak het werk van Mondriaan mij helemaal niet aan, toen ik echter de tentoonstelling van Malewich in het Stedelijk te Amsterdam bezocht en de drukte ontliep, kwam ik in de zaal terecht waar een aantal Mondriaans hingen. Dit was voor mij een verrassend nieuwe ontdekking en een verademing." Was het werk van Segers nog open en in zekere zin agressief, nu wordt zijn werk meer gesloten en intiem. De nuancering van licht naar donker maakt plaats voor een egaal kleurgebruik, gevangen in een ritmiek van vormen. De lijn als opzet verdwijnt en een feest van helder kleurgebruik kenmerkt dan zijn werk dat nog immer het landschap als uitgangspunt heeft. De beleving van zomerse dagen aan het strand, waar kleuren schitteren als nergens anders, geeft de kunstenaar de aanzet tot een reeks schilderijen met "On The Beach" als titel. Segers boekt opnieuw succes met zijn werk, de meeste schilderijen uit deze periode zijn dan ook bijna allemaal verkocht, en je zou zeggen dat de kunstenaar hierdoor een stimulans zou ondervinden om dit vast te houden en voort te zetten; nee dus. Zijn ontwikkeling gaat verder met het vereenvoudigen van zijn beeldtaal. De kunstenaar komt in het gebied terecht waar de grens ligt naar het volkomen abstracte. De lijnvoering wordt nog sterker de basis van zijn nieuw werk waarin het kleurgebruik nog even schittert. Echter ook hier wordt een sterke vereenvoudiging toegepast naar zwart-wit en bijv. blauw-wit. In deze werken is er nog sterke binding met het speelse karakter van zijn werk. Hij grijpt weer terug naar kleur, maar hierbij ontstaat er een botsing met de vorm. Segers voelt dat hij op deze wijze niet kan komen naar zijn beoogde abstracte taal en kiest opnieuw voor lijn en eenvoud, getuige zijn laatste werken. Het feit dat de kunstenaar Segers de laatste jaren in de anonimiteit is gedoken, heeft te maken met de zorg voor brood op de plank. Een 40-urige baan eist natuurlijk zijn tol, echter de kennismaking met het digitale zet hem voor een nieuwe uitdaging wat voor zijn stijl van werk vele mogelijkheden opent. De zeefdrukken gemaakt in 1997, zijn nog met de hand uit film gesneden. En secuur en tijdrovend werk alvorens de prent zijn laatste drukgang heeft gehad. Middels de digitale techniek is het voor de kunstenaar ‘eenvoudiger’ geworden met daarbij de mogelijkheid diverse variaties neer te zetten en te combineren. Daarbij komt nog dat de printtechniek en de pigmentinkten ( gegarandeerd voor 100 jaar ) zorgen voor een optimale kwaliteit. Tevens is er de beschikking over een aantal gevarieerde en kwalitatief uitstekende papiersoorten. De kunstenaar is dus weer up to date, en wat zijn werk betreft mogen we stellen dat het een uniek karakter bezit.