Stassen, Guillaume
Valkenburg aan de Geul, 22 september 1923 - Amsterdam, 25 juli 1955
Biografie: Guillaume Stassen
Wilhelmus Hubertus Stassen (Giel of Guillaume) groeide op in Schin op Geul en bezocht daar de lagere school. Het toenmalig hoofd der school Zef Geuskens, zelf een hartstochtelijk amateur-schilder, stond er om bekend dat hij talentvolle jongeren stimuleerde in hun creatieve ontwikkeling. Vele voorbeelden zijn daarvan bekend: Hans Coumans, Harry Defauwes, S.Pleijers, Sjef Voncken, Sjef Swillens, Léon Claessens, Huub Boon. Zo ook onderkende hij de talenten van de jonge Giel. Na de lagere school bezocht Giel de School voor Beeldende Kunsten in Heerlen, de Maastrichtse Kunstacademie en de Rijks Academie voor de Beeldende Kunst in Amsterdam. Ook was hij enkele jaren in de leer bij Charles Eijck .
In de oorlogsjaren 1940-1945 rijpte in Amsterdam een groep overwegend Limburgse kunstenaars, de zg. Limburgse Amsterdammers. Giel maakte deel uit van deze groep. Hij exposeerde regelmatig. Tijdens de "Brunssumse "Kunstweken"was er altijd werk van hem te bewonderen. 1954 was een topjaar. In het stedelijk Museum te Amsterdam werd van 8 april tot 10 mei een tentoonstelling gehouden van het werk van Zuid-Limburgse kunstenaars. Op de lijst van exposanten komen we tegen Frans Nols, Teun Roosenburg, A.J.J. Scheffers, Giel Serpenti, Henk Sitshoorn, mevr. Roosenburg-Goudriaan, Rob Stultiens, Jos Periodiek mei 2007 21 Tielens en Guillaume Stassen. Giel exposeert drie werken: Spelende kinderen, Moeder met spelend kind en Zigeuners. Van 14 tot 28 juli 1954 loopt een tentoonstelling geheel gewijd aan zijn oevre. De locatie is niet bekend. Wel dateert een eenvoudige catalogus waarin opgenomen 19 schilderijen en 53 tekeningen en een omslag van eigen hand. Ook bekend is een tentoonstelling in het Spaans Leenhof (huidig VVVkantoor) in Valkenburg van 22 september tot 6 oktober 1954. In 1954 kreeg hij een beurs van de Franse regering en verbleef hij in Parijs, waar sprake was van een expositie in Studio Fachetti in de rue de Lille, een huis voor zg. experimentelen. Wegens ziekte keerde hij terug naar Amsterdam, waar hij in de Warmoesstraat een atelier bewoonde. Een hoofdletsel ten gevolge van mishandelingen tijdens de tewerkstelling in Duitsland in de oorlogsjaren zou uiteindelijk leiden tot zijn dood. Op 25 juli 1955 overleed hij in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam.
Kunststromingen: Amsterdamse Limburgers