Nederlands schilderes, aquarellist, graficus, tekenaar van genrekunst, portretten, stillevens, stadsgezichten. Behoorde tot de Amsterdamse Joffers. Kreeg les van o.a. Coba Ritsema en Mendes da Costa. Schilderde portretten, figuurstukken en bloemstillevens in levendige trant en in heldere kleuren.

Jacob Surie begon haar loopbaan als kunstenares in 1898 als leerlinge van de Teekenschool voor den Werkende Stand in Amsterdam onder leiding van Joseph Mendes da Costa. Deze gaf haar boetseerlessen, maar ze behalde ook haar akte L.O. tekenen. Ze vervolgde haar opleiding aan de Rijksacademie van 1901 tot 1906 en nam vervolgens twee jaar les bij Coba Ritsema (1876-1961).

Samen met haar en andere Amsterdamse schilderessen, als bijv. Lizzy Ansingh en Coba Ritsema, vormden ze de zgn. Amsterdamse Joffers. Binnen deze groep ging zij redelijk haar eigen weg. Zij schilderde bij voorkeur impressionistische figuurstukken en stillevens van vis of van alledaagse gebruiksvoorwerpen in rijke kleurschakeringen.

In de zomer trok de schilderes meestal met huisgenote Ans van den Berg naar Brabant of Zeeland, waar ze haar indrukken omzette in snelle tekeningen en aquarellen. Ze verkreeg veel prijzen waaronder de Willem van Collenprijs in 1913 en een gouden medaille van koningin Wilhelmina in 1929. Ze was lid van Arti et Amicitiae en St. Lucas te Amsterdam en Pulchri Studio in Den Haag. Surie werd vooral beroemd om haar stillevens, die uitmunten in tonaliteit.