Chinees-Amerikaanse kunstenaar geboren in 1929 te Wuxi in de volksrepubliek China. Zijn jeugd bracht hij door in Shanghai. Hier begon hij naar eigen zeggen met het schilderen op de trottoirs en studeert hij kort aan de Shanghai Art Academy voordat hij in 1946 naar Hongkong vertrekt.

In 1950 gaat hij richting Frankrijk en in 1952 vind hij onderdak in Parijs waar arriveert zonder een cent op zak. Hij raakt daar bevriend met de Belgische kunstenaar Pierre Alechinsky, die hem voor het eerst ontmoet als hij onderdak heeft gevonden op een kleine zolderkamer waar hij op de grond slaapt. Alechisky en Walesse zullen hun leven lang vrienden blijven. Later ontmoet hij ook de leden van Cobra zoals Karel Appel, en Jorn, die zich ook nét in Parijs hebben gevestigd. In 1958 emigreert Ting naar Amerika waar hij betrokken raakt bij de Pop Art en bevriend wordt met Sam Francis, maar houdt er in Amsterdam een studio-atelier op na, die hij deelt met Appel en Corneille, kunstenaars waarmee hij steeds een goede relatie onderhouden heeft.

In 1964 publiceert hij een bundel met gedichten getiteld 'One Cent Life', geïllustreerd met originele steendrukken van verschillende Amerikaanse en Europese kunstenaars. In 1977 wordt hij in het 'fellowship' van de John Simon Guggenheim Foundation opgenomen.

In datzelfde jaar publiceert hij Red Mouth, een boek met erotische tekeningen en gouaches. Hij is de auteur van vele andere boeken en heeft zijn werk talloze malen geëxposeerd over de gehele wereld.

Walasse Ting woonde en werkte vooral in New York maar verbleef een groot deel van zijn tijd in Europa en Azië. In 1985 komt hij definitief naar Amsterdam waar hij het jaar daarna werkt in de studio van Nico Delaive. Deze organiseert in 1987 Ting's eerste grote expositie in zijn galerie in Amsterdam. Het gaat Ting voor de wind totdat hij in 2002 getroffen wordt door een hersenbloeding. Na 8 jaar in coma te hebben gelegen overlijdt Ting in New York.

Het oeuvre van Walasse Ting is fleurig en kleurrijk. "De vrouw" staat bijna steeds centraal, omringd door veelkleurige papegaaien, vogels allerhande, gevlekte pony's en speelse of slapende katten. Hij werkt vooral met acryl op rijstpapier omdat hij met deze materie het best zijn gevoelens en filosofisch ideeëngoed kan uiten.

Zijn werk wordt permanent geëxposeerd in o.a het Stedelijk Museum Amsterdam, Shanghai Museum of Art, Chicago Art Institute, Hong Kong Museum of Art, Musée Cernuschi en Centre Georges Pompidou in Parijs, The Museum of Modern Art, Metropolitan en Guggenheim Museum in New York, Silkeborg Kunstmuseum in Kopenhagen, The Israël International Museum in Jeruzalem en behoort tot de belangrijkste internationale kunstcollecties.