Velde, Bram Van
Zoeterwoude-Rijndijk, 5 april 1895 - Grimaud, 28 december 1981
Biografie: Bram Van Velde
Abraham Gerardus (Bram) van Velde was een Nederlands kunstschilder.
Van Velde wordt geboren in een arm gezin. Wanneer hij dertien jaar is laat zijn vader hun familie in de steek, wat op hem een diepe indruk maakt. Om extra centen bij te verdienen start Van Velde in 1907 in het schilder- en decoratie-atelier Van Schaijk, waar hij blijft tot 1922. Hier krijgt hij zijn eerste schildersopleiding. Op zijn twaalfde jaar ging Bram werken bij een firma voor woninginrichting om in de behoeften van de familie te voorzien. Hij was een natuurtalent, kopieerde al vroeg de oude meesters en decoreerde meubels en lampenkappen voor zijn firma. Zijn werkgever had oog voor zijn grote talent en stimuleerde hem zich verder te ontwikkelen. Met diens steun vertrok Bram naar Duitsland en vestigde zich in de kunstenaarskolonie van Worpswede. Hier maakte hij behalve een aantal schilderijen in expressionistische stijl zijn eerste litho - een zelfportret. Het verscheen in een uitgave van de kunstenaarskolonie in een oplage van 500 exemplaren. In 1924 vertrok hij samen met zijn broer Geer (Gerard) naar Parijs. Parijs was Van Veldes grote leerschool, waar zijn schilderscarrière steeds meer vorm kreeg. Toen hij in 1930 naar Corsica verhuisde, ging er een andere wereld open. Corsica werd een inspiratiebron, vooral voor stillevens. Na de Tweede Wereldoorlog krijgt hij een eerste persoonlijke expositie in Parijs. Hoewel laat in zijn carrière, groeide de waardering voor zijn werk. Tentoonstellingen volgden elkaar op. Bram van Velde overleed op 86-jarige leeftijd in Zuid-Frankrijk. Hij ligt aldaar begraven in Arles.
Bram van Velde ontwikkelde een lyrisch abstracte stijl, met gebruik van sterk contrasterende kleuren. Van zijn werk gaat grote spanning en emotionaliteit uit. Bram van Velde schildert in Worpswede eerst enkele dorpsgezichten: Zijn portretten zijn studies, sommige geschilderd op de achterkant van een vorig doek. Alle situeren ze zich in 1923-1924.
Het portret van Lilly met hondje, geflankeerd door enkele zonnebloemen; een ander portret van lilly Klöker, ook getiteld ‘Frau im Stadt' en andere halfportretten. Er zijn treffende gelijkenissen met werken van Paula Modersohn-Becker, door de plaats van de bloemen, de frontaliteit en de ongedetailleerde, vlakke figuratie. Het gelaat is met herhaalde dikke lijnen in contrasterende kleuren omringd; een cloisonné-procedé dat ook door Paula Modersohn-Becker is toegepast. Het gezicht staat daardoor ingekapseld en zeer geïsoleerd. Het effect van een maskerachtige uitdrukking wint aan kracht door de abstractie en de ongelijke verfopbreng.
Na de reeks portretten uit 1923-'24 kunnen de vier forse schilderijen `De zaaier, `Landschap', `Boeren' en `Sneeuw' als een groep worden opgevat. De verf is schraal of in dikke vegen met borstel en paletmes opgebracht en de kleuren zijn zuiver of gemengd scherp contrasterend tegen elkaar gezet. Op het eerste grote doek, dat verwijst naar Van Gogh, vult de zaaier met zijn bovenlijf bijna de hele linkerhelft van het doek. Het landschap, geschilderd in felle gele en groene partijen, staat in een gespannen relatie tot de man met zijn fiere gelaat in gele, groene en rode vlekken en korte streken. De felrode zon, vrijwel even hoog als het hoofd van de man, en de kale afgekapte boomstam naast de hut vergroten de onderlinge betrokkenheid van de mens ten opzichte van zijn omgeving. Bram van Velde verwerkt in deze schilderijen verschillende expressionistische invloeden. De dramatiek is door de afwezigheid van elk gevoel van ruimtelijkheid, door het repeteren van tegengestelde kleurvlekken en door de slingerende beknellende lijnen versterkt. De figuren staan daardoor geïsoleerd; hun isolement keert terug in de omgeving door kleuren die zijn herhaald of tegen elkaar inwerken.
De compositie van een eenvoudige, in enkele hoofdkleuren gehouden figuur, gevangen tussen fel met elkaar contrasterende kleurstreken, past Bram van Velde eveneens toe in de laatste schilderijen die hij in Worpswede maakt. Op een groot portret met Lilly Klöker valt het accent op de ogen in helder blauwe stippen in een fragmentarische, vlekkerige schilderwijze met contrasterende kleuren en ritmisch golvende lijnvoering. Zijn laatste schilderij 'de vrouw, geel naakt gaat nog verder in de ontkenning van het onderscheid tussen voor- en achtergrond. Het geel-oranje, met groene, streperige vlekken ingevulde naakt is gefragmenteerd door de kort afgesneden benen en de achter het felle rode haar wegvallende armen. Bram van Velde bereikt een sterk bewogen dramatiek in de kleurexpressie in dit vrijwel zonder lijn, alleen door zuivere kleuren, gemarkeerde portret, waar hij geen model voor gebruikt en dat hij later 'le premier tableau librement venu' noemt.
Het eind 1926 voor `De Onafhankelijken' ingezonden `Belleveu', dat evenals `Open venster bij Meudon' wordt genoemd, toont voor het eerst een innerlijke realiteitsbeleving op basis van kleur, licht en tweedimensionele ruimte, waarin de lijnen fungeren als constructieve elementen voor de compositie. Het is niet alleen heel levendig van kleur; het heeft ook een vrije vlakverdeling in een verticale symmetrie van de aan beide zijden open ramen, waarin het landschap is weerspiegeld, en voorts in de horizontale open balustrade met de smeedijzeren accolades in een decoratieve abstractie. Bram van Velde beeldt de daken en de natuur of zonder begrenzende lijnen in een kleurexpressie waarin de horizontale en verticale lijnen de ruimte planmatig indelen of decoratief met arceringen aanvullen. Men krijgt een beeld voor ogen van een landschap dat actief is gemaakt door de suggestieve werking van de kleur.
In Corsica zijn tussen begin juli en december zes of zeven schilderijen ontstaan. Zes hebben ook het bekende motief van een vensterstilleven met vruchten. Ze tonen scherpere breuklijnen in meer richtingen en een verder doorgevoerde abstractie. Ze laten een zelfde compositie zien, van vruchten op een tafelkleed als voorgrond en een in vieren gedeeld venster daarboven, waardoor het met licht doortrokken groen en geel van buiten schemert. In vergelijking met de nog in Parijs ontstane schilderijen komt er meer dynamiek tot uiting; de vruchten zijn vanuit een centrum in verschillende richtingen uitgelegd. De kleuren zijn levendiger, met korte toetsen aangebracht en geplaatst tegen de schetsmatig gekleurde vlakken van het geplooide tafelkleed. Er ontstaat een ruimtelijk geheel van aanzwellende en afnemende kleurintensiteit die heel kernachtig, helder en stralend is.
Kunststromingen: Lyrisch abstract, Vrij Beelden