Kunstcriticus Schoonen over de expositie van Arno Mertens
27 november 2023
De verf en niets dan de verf
Eerst is er de kleur. Tientallen kleuren, die kringelen en kronkelen; je zou er warempel duizelig van worden. Op een doek dwarrelen de kleuren van boven naar beneden terwijl ze bij een ander werk uit het canvas lijken te spuiten, recht in je gezicht. En altijd is er kleur. Die talloze kleuren die de maker Arno Mertens tekenen. Want hij leeft voor verf en hij leeft voor kleur.
De in Tilburg werkzame Mertens (1966) kun je het best schilder noemen. Kunstenaar mag natuurlijk ook, maar je doet hem meer recht door hem te betitelen als kunstschilder, want dat is wat hij doet, bij voorkeur dag en nacht. In zijn atelier, ramvol doeken, verf, spielatten en penselen. Hij is als het ware met een kwast in zijn hand geboren. Ik ken Mertens niet persoonlijk, maar ik schat in dat wanneer je hem een beitel en een blok marmer geeft, hij oprecht niet weet wat hij ermee aan moet. Maar druk hem penselen en verf in de hand en hij kan ermee toveren.
Altijd al gedaan, gelijk na de studie aan kunstacademie St. Joost in Den Bosch. Met de oprechte wens om met zijn – toen nog abstracte – doeken de beschouwer in de ziel te raken. Jawel, te betoveren dus. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want later wordt het wit ingeruild voor kleur; véél kleur, in de zogeheten Coral Reef-werken. Zijn het materie-schilderijen? Zou zomaar kunnen.
Want net als bij de Spaanse kunstenaar Antoni Tàpies neemt ook bij Mertens de materie als inhoud en als middel een fundamentele plaats in. Zoals ook bij de Nederlander Jaap Wagemaker, bij wie de materie – verf gemengd met onder meer zand en cement – zowel doel als middel is. Maar, groot verschil met die twee roergangers van de materieschilderkunst, gebruikt Mertens alleen verf. Daar heeft hij zijn handen vol aan. Of zoals de kunstenaar het zelf een keer heeft uitgedrukt: ‘Er is geen groter realisme dan de verf zelf’. Daarmee is alles eigenlijk wel gezegd.
Want kijk maar naar die kronkelende, krioelende en buitelende kleurstromen. Dan voel je als vanzelf beweging, maar zie je op een goed moment ook de schors van een wat oudere boom, een doormidden gezaagd mineraal, een stuk koraal of – waarom niet? – het heelal, even duizelingwekkend als onmeetbaar. Bij Mertens is die al even hallucinant. Daar heeft Mertens de verf dus ingezet om een idee, een beeld over het voetlicht te brengen. Maar evengoed laat hij af en toe de verf de verf en schurkt hij tegen het conceptuele aan. Want als je op een doek verf aanbrengt, héél véél verf, en vervolgens een deel van die verf eraf schraapt, tja, dan blijft de verf simpelweg verf. Pigment, met bindmiddel. Aangebracht op doek. In 2023. In het voorjaar. Of zo. Dan is de verf dus zelf de inhoud; wordt de materie niet langer door de verf gesuggereerd.
Wat heerlijk moet het zijn om elke dag zo te kunnen toveren met verf. Alle kleuren van het spectrum je wil op te kunnen leggen. En wij, de beschouwers, precies dát ervaren wat die tovenaar in zijn hoofd of hart had zitten. Of in zijn handen natuurlijk, want Mertens blijft eerst en vooral schilder.
Rob Schoonen, kunstcriticus.
Expositie O l i e r e l i ë f s Arno Mertens tot en met 3 december 2023.