Maximilien Luce (1858-1941): één van de grondleggers van het neo-impressionisme

14 augustus 2017

Dit gesigneerde en gedateerde stilleven schilderde Luce in 1932. Na 1900 trok hij zich langzaam terug uit het politieke leven. Vanaf dat moment richt Luce zich op minder geëngageerde onderwerpen zoals landschappen, bloemstillevens en voorstellingen met baders. 

Herkomst: Kunsthandel Martinus Liernur, Zeestraat 63, Den Haag. Het werk is op 12 augustus 2010 goedgekeurd door Denise Bazetoux, Luce expert en samensteller van de catalogue raisonné.

Maximilien Luce ( Parijs13 maart 1858 - Parijs 6 februari 1941)
Luce is afkomstig uit een Frans arbeidersmilieu en groeit op in Montparnasse. Hij wordt opgeleid aan de Académie Suisse en werkt in de ateliers van Eugène Froment (1844-1900) en de destijds geliefde portretschilder Carolus-Duran (1837-1917). Aanvankelijk is hij actief als houtgraveur, maar door de uitvinding van een nieuw reproductieproces in 1882 wordt dit beroep overbodig. Daarom begint hij een loopbaan als kunstschilder. Luce is bekend geworden als vertegenwoordiger van het neo-impressionisme of pointillisme, een stijl waarmee hij in contact komt door Seurat (1859-1891) en Signac (1863-1935) en waarin hij zelf vanaf 1887 werkt. De neo-impressionisten streefden naar een meer solide manier van schilderen op wetenschappelijke basis. Zij ontwikkelden een systematische methode om zuivere, contrasterende kleuren in stippen op doek of paneel aan te brengen, die zich vervolgens optisch zouden mengen. In 1888 heeft Luce zijn eerste solotentoonstelling. Daarnaast exposeert hij regelmatig in de Salon des Indépendants in Parijs en bij kunstenaarsvereniging Les Vingt in Brussel. Maximilien Luce is in de jaren negentig van de negentiende eeuw actief in de anarchistische kringen van Parijs. Hij moet hiervoor zelfs enige tijd de gevangenis in en maakt daar een serie litho's van het gevangenisleven. Vooral staat hij bekend om zijn illustraties voor anarchistische periodieken waarin hij sociaal-maatschappelijke kwesties aan de kaak stelt. Ook in zijn vrije werk beeldt Luce dikwijls de slechte woon- en werkomstandigheden van arbeiders af. Hiervoor reist hij onder andere naar het Belgische industriegebied bij Charleroi en de mijnwerkersstreek de Borinage. Hier ontstaan schilderijen van mijnen, ijzergieterijen, glasblazerijen en rokende schoorstenen. Uit zijn eigen woonomgeving in Parijs maakt hij voorstellingen van loonslaven en huisarbeiders, veelal schoenlappers, en van grauwe volkswijken. Na 1900 trekt Luce zich langzaam uit het politieke leven terug en richt zich dan op minder geëngageerde onderwerpen als landschappen, bloemstillevens en voorstellingen met baders. Tijdens de Eerste Wereldoorlog schildert hij wel militaire scènes met soldaten, waarin hij de gruwelen van de oorlog verbeeldt.

Aangeboden kunst

Een selectie uit ons kunstaanbod

Bekijk meer aanbod »

 

Iedere donderdag en vrijdag geopend van 13.00 tot 17.00 uur
Andere dagen na afspraak