Beschrijving
Linksonder gesigneerd. Nogmaals gesigneerd en gedateerd 1960 op de achterzijde. Herkomst: begin jaren '60 direct door de echtgenoot van de huidige eigenaresse aangekocht bij de kunstenaar, op advies van Hans de Jong van Jovanda waar hij in die tijd voor werkte.
Voorsprong in ontwikkeling
Wat dus in 1955 door de schilders in Twente moeizaam bevochten wordt, is voor Wolvecamp allang geschiedenis. Deze voorsprong in ontwikkeling verklaart zeker zijn betrekkelijk afzijdige opstelling. Het is aan de legendarische verzamelaar-kousenfabrikant Hans de Jong (Jovanda) te danken dat de jonge schilder aan het spreekwoordelijk zwarte gat ontkomt. De Jong biedt hem atelierruimte en er ontstaat een naar beide zijden stimulerend contact tussen Wolvecamp en het gezin De Jong. De Jong is een van de weinigen in Twente die in de gelegenheid is de ontwikkeling van de kunst internationaal te volgen. Voor Wolvecamp, die ervaren heeft dat er kunstenaars-geestverwanten bijvoorbeeld in Denemarken en Frankrijk werken, maar de middelen ontbeert de contacten levend te houden, is het weldadig met hem te verkeren.
Hij herinnert zich hoe hij De Jong op het spoor zette van Appel en Willem de Kooning, van de Franse schilders Soulages en Dubuffet, van Wols en Klein, en natuurlijk van de Denen. 'Ik moest soms wel een half jaar lullen voor hij ertoe overging iets van deze kunstenaars aan te kopen' . Rond 1970 vertrok Hans de Jong met zijn inmiddels belangrijke collectie moderne kunst naar Ascona. Het verhaal dat hij de collectie aan de gemeente Enschede of aan het Rijksmuseum aldaar zou hebben aangeboden verwijst Wolvecamp naar het rijk der fabelen. Hans de Jong had de gemeente Enschede voorgesteld een soort kunsthal op te zetten, waar hij tentoonstellingen van internationaal belangrijke eigentijdse kunst wilde brengen. De eerste twee jaar zou Hans de Jong zelf dit instituut willen leiden en hij zou zijn collectie tijdelijk inbrengen. Dit voorstel was te veelomvattend voor Enschede en we kunnen dus alleen maar dromen over hoe het kunstleven in deze provincie eruit gezien zou hebben wanneer dit stoutmoedige plan het wel gehaald zou hebben.
Details
- Databanknummer:
- 80792
- Lotnummer:
- -
- Advertentietype
- Archief
- Instelling:
- Kunstmakelaardij Metzemaekers
- Veilingdatum:
- -
- Veilingnummer:
- -
- Stad
- -
- Limietprijs
- -
- Aankoopprijs
- -
- Verkoopprijs
- -
- Hamerprijs
- -
- Status
- Niet verkocht
Technische details
- Kunstvorm:
- Schilder- en Tekenkunst
- Technieken:
- Olieverf
- Dragers:
- Doek
- Lengte:
- 110 cm
- Breedte:
- 90 cm
- Hoogte:
- -
- Oplage:
- -
Beschrijving
Linksonder gesigneerd. Nogmaals gesigneerd en gedateerd 1960 op de achterzijde. Herkomst: begin jaren '60 direct door de echtgenoot van de huidige eigenaresse aangekocht bij de kunstenaar, op advies van Hans de Jong van Jovanda waar hij in die tijd voor werkte.
Voorsprong in ontwikkeling
Wat dus in 1955 door de schilders in Twente moeizaam bevochten wordt, is voor Wolvecamp allang geschiedenis. Deze voorsprong in ontwikkeling verklaart zeker zijn betrekkelijk afzijdige opstelling. Het is aan de legendarische verzamelaar-kousenfabrikant Hans de Jong (Jovanda) te danken dat de jonge schilder aan het spreekwoordelijk zwarte gat ontkomt. De Jong biedt hem atelierruimte en er ontstaat een naar beide zijden stimulerend contact tussen Wolvecamp en het gezin De Jong. De Jong is een van de weinigen in Twente die in de gelegenheid is de ontwikkeling van de kunst internationaal te volgen. Voor Wolvecamp, die ervaren heeft dat er kunstenaars-geestverwanten bijvoorbeeld in Denemarken en Frankrijk werken, maar de middelen ontbeert de contacten levend te houden, is het weldadig met hem te verkeren.
Hij herinnert zich hoe hij De Jong op het spoor zette van Appel en Willem de Kooning, van de Franse schilders Soulages en Dubuffet, van Wols en Klein, en natuurlijk van de Denen. 'Ik moest soms wel een half jaar lullen voor hij ertoe overging iets van deze kunstenaars aan te kopen' . Rond 1970 vertrok Hans de Jong met zijn inmiddels belangrijke collectie moderne kunst naar Ascona. Het verhaal dat hij de collectie aan de gemeente Enschede of aan het Rijksmuseum aldaar zou hebben aangeboden verwijst Wolvecamp naar het rijk der fabelen. Hans de Jong had de gemeente Enschede voorgesteld een soort kunsthal op te zetten, waar hij tentoonstellingen van internationaal belangrijke eigentijdse kunst wilde brengen. De eerste twee jaar zou Hans de Jong zelf dit instituut willen leiden en hij zou zijn collectie tijdelijk inbrengen. Dit voorstel was te veelomvattend voor Enschede en we kunnen dus alleen maar dromen over hoe het kunstleven in deze provincie eruit gezien zou hebben wanneer dit stoutmoedige plan het wel gehaald zou hebben.
Aangeboden kunst
Een selectie uit ons kunstaanbod