Fauvisme
Fauves, Les (Fr., letterlijk: de wilde dieren), noemt men een aantal schilders, die bij het gebruik van onvermengde kleuren tot het uiterste gingen. Zij wilden geen modellering door het licht en schaduwen, geen illusie van ruimte door clair-obscur. Maar hun mening was tevens, dat ieder in volkomen vrijheid zijn eigen expressie moest vinden. Zij groepeerden zich op de 'Salon d'automne' van 1905 rondom Matisse, omdat hij samen met Marquet waarschijnlijk de eerste is geweest die op deze wijze schilderde (in 1898). In de Academie Carriere en bij G. Moreau beinvloeden zij in 1899 o.a. Laprada en Derain die met Flaminck in Chatou werkte. De kleuren van deze twee waren o.a. door de invloed van Van Gogh nog feller en heftiger dan die van de andren. Matisse en Marquet, die door de constructieve kant van het werk van Cezanne geboeid waren, begonnen weer tijdelijk met een donkerder palet te schilderen (1902-03) en alleen de Vlaminck blijft dan in zijn werk fel kleurig. In 1904 schildert Matisse enigszins als de divisionisten, maar vrijer en met meer lichtwerking. Toen in 1905 op de 'Salon d'automne"het werk van bovengenoemden was verenigd, zag men er ook schilderijen van Friesz en Dufy uit Le Havre, van Rouault en van nog een aantal anderen. Door de journalist L. vauxcelles werd toen de naam 'Fauves' bedacht. In 1906 sloten ook braque en de hollander van Dongen zich bij de beweging aan. De felle uitbarstingen van de Fauves heeft niet lang geduurd, want in 1907 waren het alleen Matisse en Dufy die verder aan de beweging trouw bleven.