Aardewerk (code:C012)
Voorwerpen van klei gevormd, gebakken bij een temperatuur die de grondstof niet doet versinteren of versmelten (ca. 900 graden celcius). Niet elke kleisoort is geschikt om er aardewerk van te bakken. De ene klei kan te vet, de andere te mager zijn. Vaak worden verschillende soorten klei gemengd om goede potaarde te verkrijgen. Al naar gelang de gebruikte soort klei of mengsel van kleisoorten (massa) is de scherf meer of minder poreus en de kleur verschillend. Het nadeel van poreusheid kan worden verholpen door smoren (sterke toevoer van rook in de oven) of door aanbrengen van glazuur. Het vormen van voorwerpen geschiedt uit de hand, met behulp van een draaischijf, of door gebruikmaking van gipsen matrijzen en gietvormen. Wijze van versiering kan bestaan uit bepaalde vormgeving, toegevoegd boetseerwerk, ingekraste of ingestempelde versiering, aanbrengen van afzonderlijk gvormde reliefs (applicatie), gehele of gedeeltelijke overdekking van andere gekleurde kleisoorten (engobe), schilderingen in kleipap (ringeloorwerk), afdekking door wit of gekleurd tinemail (faience, majolica), beschildering met gekleurde emails, vuurvaste verven, metaaloxyden, vergulding, aanbrengen van metaalglans (lusterwerk), sjabloneren, opplakken van gedrukte decors (decalcomanie of transfer), zgn. Koude beschildering met lakverven, combinaties van de genoemde versieringsmogelijkheden. Door de verschillende versieringswijzen is het vaak noodzakelijk het aardewerk meer dan eenmaal een bewerking door vuur te doen ondergaan. Hard aardewerk: een engelse vinding uit de eerste helft van de 18de eeuw (staffordshire). Hoofdbestanddelen zijn veldpaat en kalk. Het bakken geschiedt onder hoge temperatuur (1200-1300 graden celcius). De scherf is ruw en meestal wit of lichtgrijs van kleur. Het is afgedekt met loodglazuur, dat verschillend gekleurd kan zijn door toevoeging van metaaloxyden. Beschilderingen onder- of op het glazuur en daarnaast veelvuldige toepassing van gedrukte decors (transfer printing of decalcomanie). Buiten engeland veel nagevolgd, o. A. Sinds 1836 in maastricht.
