Wol (code:L020)
Een der oudste materialen, na het linnen, in de weefkunst; de grondstof is van onschatbare waarde (de gulden-vlies-legende) en totaal onvervangbaar door de kwaliteit als o. A. Sterkte, bestendigheid tegen vocht, bevattelijkheid voor verfstoffen, glanzend aanzien, isolerend vermogen. Toegepast van koptische weefsels tot beiderwand, kashmirsjaals, trijpen, sjaals. Vervolgens in wandtapijten, zowel voor de kettingdraden tot de 17de eeuw als voor de patroonvormende inslag over alle tijdvakken van deze kunst. In de kostuumkunst is bijv. Als wollen stof het laken (in de 15de eeuw beginnend en voor de noordnederlandse industrie te leiden beroemd. ) van belang. In het nabije oosten is de geknoopte pool der tapijten van schapewol, geitewol en kameelhaar. Voor borduurwerk is wol gebruikt op stramien in grospoint, point, de hongrie, nedersaksische borduurwerken, crewelwork.