Jute (code:P012)
(v. Sanskrit juta = haarvlecht) is sterk verhoute, veel lignine bevattende bastvezel, gewonnen uit de juteplant (corchorus capsularis) en de naverwante c. Olitorius: typische tropische , 2-4 meter hoge planten, vnl. Verbouwd op de vruchtbare deltagronden van de ganges en de brahmaputra. Jute is de voornaamste der verhoute vezels en is na katoen de belangrijkste plantenvezel in de wereldhandel. Het gewas vraagt voor optimale produktie speciale luchttemperaturen. Drie a vier maanden na uitzaai wordt het gewas, bij het in bloei schieten, geheel geoogst, geroot in zacht stromend water en gestript; het verkregen lint wordt gedroogd. Het vezelrendement bedraagt circa 4% een goede opbrengst is ca. 2 ton lint per hectare. Opkopers sorteren het lint in 3-4 kwaliteiten en in gradaties naar de streek van herkomst. De vezels zijn grof, sterk, weinig elastisch en slecht bestand tegen vocht en zonlicht.