Hout (code:H000)
Een weefsel van de boom/plant, dat zich onderscheidt door de ligging en door de bestanddelen die erin worden aangetroffen. Verder onderscheidt men de buitenste laag van het hout, die jaarlijks aangroeit onder de schors, het zgn. Spint of splint, dat onbruikbaar is voor timmer-hout of dergelijk doel, en het binnenste gedeelte, het zgn. Kern-hout dat gemakkelijk aan verrotting en beschadiging weerstand kan bieden en daarom als timmer- of meubelhout het meest geschikt is. De stam wordt dus van het splint ontdaan voor hij hetzij door zagen, hetzij door kloven tot planken verwerkt wordt. Daar men hout slechts goed kan kloven als het niet warrig is en niet te veel ongelijkheid vertoont, is het hout dat gekloofd op de markt komt, voor fijner timmermanswerk 't meest geschikt. Naarmate het hout minder open porien heeft, leent het zich beter tot bewerkingen als politoeren. De hardheden de dichtheidsgraad van diverse houtsoorten verschillen aanmerkelijk; zo zijn linde- en denne-hout betrekkelijk zacht, eikenhout hard, maar gemakkelijk splijtbaar, exotisch hout, als palissander-, ebben- en pokhout, moeilijk bewerkbaar, maar zeer fraai te politoeren.
