Litho (code:d310)
Litho/steendruk, vlakdruk, welke berust op het verschijnsel dat vet en water elkaar afstoten,terwijl zij beide affiniteit voor een derde substantie, i.c. kalkleisteen bezitten. indien deze steen met water bevochtigd is, wordt hij ongevoelig voor vet, en omgekeerd stoten de delen van de steen, die met vetkrijt of anderszins behandeld zijn, het water af. de meeste lithografen verkiezen de reeds bij de uitvinding gebruikte kalkleisteen om zijn fijner grein en grotere mogelijkheid van schakering. het werk van de lithograaf bestaat slechts uit het tekenen op de steen, soms brengt hij alleen maar de tekening op een lithografisch overdrukpapier aan. de drukker zorgt veelal voor het overige werk. hij etst de steen, inkt hem en brengt, ingeval de tekening op autografisch papier getekend is, deze op de steen over. voordat op de steen getekend kan worden, moet hij geprepareerd worden. gebruikt men de pen, dan wordt de steen glad gepolijst; indien met krijt getekend wordt, behoort de steen gegreind te zijn, d.w.z. moet hij voorzien zijn van een korrelig oppervlak, dat ontstaat door de gladgeschuurde steen voorzichtig met vuursteen- ofamarilpoeder te bewerken. men tekent met lithografisch krijt of lithografisch inkt. de inkt kan met de pen op de steen worden gebracht. de steen moet dan van tevoren met een weinig lijnolie vet gemaakt worden, om te voorkomen dat de inkt uitloopt. eenvoudiger is het opbrengen van de inkt met het penseel. retouches zijn moeilijk aan te brengen. er bestaan hiervoor enige recepten, die redelijke resultaten opleveren. nadat de tekening met het zeepkrijt is aangebracht, wordt zij door de drukker met verdund salpeterzuur en gom gefixeerd. de inwerking van het salpeterzuur heeft tot resultaat, dat het oliezuur uit de zeep vrijkomt en de alkalische delen zich tot een zout verbinden. door dit vrijkomen van het oliezuur wordt het krijt gefixeerd, terwijl de gom in de porien van de steen dringt, waar deze niet betekend is. sponst men nu de steen behoedzaam af, dan blijven de onbetekende gedeelten vochtig, omdat het water niet geheel in de steen kan doordringen. hierna kan de steen worden ingerold met drukinkt, waarbij de inkt alleen op de betekende gedeelten van de steen blijft staan. bij deze behandeling van de steen met zuur, die men etsen noemt, is er dus geen sprake van het wegetsen van de steen. het oppervlak blijft dus geheel gelijk. men kent verschillende methoden om vlakke tinten op de steen te brengen. meestal worden deze als volgt aangeduid: estompe-, lavis- of aquatint- , zwartekunstmethode en de tusche-manier.